The True  Church  of  GOD Website
home     |     Dutch Tracts

DE  KEIZERRIJKEN  VAN  DE  WERELD

     Uit de annalen van de menselijke geschiedenis blijkt dat de ontwikkeling van de gebeurtenissen en de opkomst en ondergang van keizerrijken bepaald wordt door de wil, de kracht, de ambities en de moed van de mens. Maar in het Woord van God gaat het doek op en zien wij door al het spel en tegenspel van menselijke gebeurtenissen de handelingen van die Ene Genadevolle, die met veel geduld de raad van Zijn wil uitvoert.
     Dit principe komt in de Bijbel het meest duidelijk naar voren in het tweede hoofdstuk van Daniël. Daar wordt de gehele geschiedenis vanaf de tijd van Daniël tot aan onze tegenwoordige tijd aan het licht gebracht.

     Ten tijde van deze gebeurtenissen, werd de toen bekende wereld geregeerd door koning Nebukadnézar en zijn Babylonische Rijk.
     Op een nacht rezen er bij de koning gedachten op over wat er in de toekomst zou gaan gebeuren. Uitziende over de geweldige stad waar hij over heerste, leek het alsof die onoverwinnelijk was, en in die tijd waren geen oorlogsmachines die in staat waren een bres te slaan in de muren van de stad. De stad werd omgeven door een gracht die werd gevormd door de rivier de Eufraat. De rivier liep door het centrum van de stad, maar op de plaats waar de rivier de stad binnenkwam hingen zware poorten in de muur waarvan de uiteinden diep in het water reikten. Achter deze poorten waren kades langs de rivier met doorgangen die toegang boden naar de stad. Deze doorgangen konden worden afgesloten met grote bronzen deuren, zodat de toegang tot de stad was afgesloten als men er in slaagde de poorten in de muur te passeren.


EEN INDRUKWEKKENDE DROOM

     Terwijl hij nadacht over deze dingen en hij zich af vroeg of zijn koninkrijk voor eeuwig zou standhouden werd koning Nebukadnézar door slaap overmand. Dezelfde nacht had hij een indrukwekkende droom, maar kon zich er geen details van herinneren toen hij ontwaakte. Toch voelde hij dat zijn droom in zekere zin antwoord gaf op zijn vragen omtrent de toekomst.
     Onmiddellijk werden alle wijze mannen binnen zijn koninkrijk ontboden om hem te helpen zijn droom te herinneren – ongeacht hoeveel het kostte van hun geestelijke, astrologische, occulte of magische kunsten die ze moesten gebruiken. De wijze mannen werden verzameld maar waren, ondanks al hun kunsten, niet in staat de droom aan de koning uit te leggen. Zich realiserend dat deze wijze mannen bedriegers waren en hem niet verder konden helpen, werd hij woedend en beval hun gevangenneming ter afwachting van executie. Daniël en zijn vrienden werden eveneens beschouwd als wijze mannen, maar werden niet geroepen zich te presenteren voor de koning. Maar toch werden ook zij betrokken bij de gevangenneming van de wijze mannen.
     Daniël verzocht om uitstel van de executie en beloofde dat  hij spoedig in staat zou zijn de koning de gewenste informatie te geven. Dezelfde nacht vroegen hij en zijn vrienden aan God om de droom van de koning en de uitleg daarvan te mogen weten. Ze wisten dat iedereen die zijn vertrouwen stelt op God door Hem wordt beloond en verhoord, en zo gingen ze in alle rust te bed, er op vertrouwend dat de wil van God zou gebeuren. Die nacht openbaarde God genadevol de droom van de koning aan Daniël, alsmede de betekenis ervan. Hiermee liet God duidelijk zien dat alleen Hij weet wat er in de toekomst zal gebeuren.


EEN SYMBOLISCH BEELD VAN KEIZERRIJKEN

     De indrukwekkende droom was over een immens beeld met een hoofd gemaakt van goud. De borst en armen waren gemaakt van zilver. De buik en dijbenen waren gemaakt  van brons. De benen waren gemaakt van ijzer en de voeten en tien tenen waren een mix van ijzer en klei (zie Daniël 2:28-33). Duidelijk werd gezegd dat het gouden hoofd symbool was voor Babylon (zie Daniël 2:37-38). Onder het bewind van Nebukadnézar had Babylon beslag gelegd op al het goud van de overwonnen landen, en werd zo het rijkste koninkrijk van de oudheid.
     Het is echter niet in veronderstelde grootheid of rijkdom of door ogenschijnlijke onoverwinnelijkheid dat koninkrijken of individuen hun kracht vinden, maar door het kennen en uitvoeren van de wil van God. Hun lot wordt uiteindelijk bepaald door de houding die ze aannemen tegen het door God aan hun gestelde doel.

     Het koninkrijk van Nebukadnézar kwam uiteindelijk ten val tijdens de regering van zijn kleinzoon Belsassar; toen het tweede koninkrijk, gesymboliseerd door de borst en armen van zilver, op het toneel verscheen. Over het algemeen wordt het inferieure koninkrijk overwonnen door het superieure koninkrijk, maar de profetie gaf aan dat dit niet het geval zou zijn (zie Daniël 2:39). Volgens het beeld verliep de geschiedenis van de koninkrijken van het hoofd naar de voeten, en iedere verandering werd aangeduid door een metaal dat inferieur was aan het voorgaande.


BABYLON VALT

     Het Babylonische Rijk werd aangevallen en veroverd door de gecombineerde kracht van Medië en Perzië, koning Belsassar – de laatste koning van Babylon, werd om het leven gebracht en Darius de Mediër regeerde in zijn plaats (zie Daniël 5:28-31).

     Een eeuw eerder had de HEER door de profeet Jesaja al geopenbaard op welke wijze en onder wiens leiderschap Babylon zou worden veroverd (zie Jesaja 44:27-28; 42:1-2). Onder leiderschap van Cyrus de Perziër, gelukte het de legers van de Meden en de Perzen om de loop van de rivier de Eufraat voor korte tijd om te leggen. Dit gaf hen de tijd om via het drooggevallen rivierbed de stad binnen te trekken. Deze operatie zou zijn mislukt als de bronzen deuren dicht waren en er soldaten waren die in de verdediging gingen terwijl de koning en zijn edelen aan het feesten en drinken waren (zie Daniël 5).
     Net zoals zilver inferieur is in waarde aan goud, zo waren Medië en Perzië inferieur in weelde en rijkdom aan Babylon. Ondanks dat het Perzische Rijk sterker was in termen van militaire kracht en veroverd gebied, kon het niet wedijveren met Babylon in rijkdom of onderwijs. Het Perzische Rijk duurde ongeveer tweehonderd jaren, van 539 tot 331 v.C.

     Het volgende koninkrijk, dat van brons, is dan het koninkrijk dat Perzië omver zou werpen. Uit de geschiedenis weten wij dat het de Grieken waren, onder leiderschap van Alexander de Grote, die in 3 beslissende veldslagen (Granicus, in 334 v.C.; Issus, in 333 v.C. en Arbela, in 331 v.C.) de Perzische legers versloegen, en Griekenland het volgende rijk maakten dat de wereld zou regeren. Dit historische feit wordt ook duidelijk vermeldt in een ander visioen van Daniël, vermeldt in hoofdstuk 8, waar staat dat Griekenland de Perziërs zou verslaan (zie Daniël 8:2-8, 20-21). Brons was het metaal dat de Grieken volop gebruikten, en werd tevens door hen geïntroduceerd in wapens en pantsering.
     Rome, dat werd gesymboliseerd door de benen van ijzer, versloeg de Griekse legers in de slag bij Pydna in 168 v.C. Vervolgens heerste Rome de wereld van 168 v.C. tot 476 n.C, toen het uiteindelijk ten onderging aan de binnenvallende barbaarse stammen.
     Gedurende meer dan 500 jaren leek Rome onoverwinnelijk. Haar standaard wapperde van de Britse eilanden tot aan de Eufraat, van de Noordzee tot aan de Sahara. Haar Caesars werden aanbeden als goden en door haar macht maakte zij de van de wereld één grote gevangenis.  In de woorden van Edward Gibbon, “Tegenstand was fataal, en het was onmogelijk om te vluchten.” (Verval en Ondergang van het Romeinse Rijk, vol.1, p.190)

     Toen Rome ten onderging, werd het rijk opgesplitst in tien delen die wij nu kennen als de landen in Europa. Net zoals ijzer en klei half sterk en half zwak zijn, zou het zijn met de tien landen van Europa, die werden gesymboliseerd door de tien tenen van het beeld. Net zoal ijzer en klei niet goed zijn te mixen of zich laten mengen, zo zullen deze tien landen nooit een volledige eenheid kunnen vormen om de wereld te kunnen regeren.
     Gedurende de laatste vijftien eeuwen heeft men geprobeerd de glorie van het oude Romeinse Rijk weer te doen herleven, door de landen in Europa te verenigen. Beginnende met Karel de Grote van Frankrijk, tot aan Karel V, Lodewijk XIV, Napoleon, Keizer Wilhelm II, en Adolf Hitler – allen hebben gefaald, hoewel het doel soms binnen handbereik scheen te liggen. Zes kleine profetische woorden stonden hun in de weg: “maar ze zullen zich niet verbinden” (zie Daniël 2:43). De Europese landen zullen zich nooit meer kunnen verbinden om de wereld te kunnen regeren!


DE NOG ONVERVULDE DROOM

     Maar de droom is nog niet ten einde. Er werd ook geopenbaard dat in de dagen van deze koninkrijken de God van de Hemel Zijn eeuwig koninkrijk zal opzetten. Dit koninkrijk van rechtvaardigheid, gesymboliseerd door de rollende steen die het beeld van de sokkel zou stoten, zal blijven groeien totdat de hele wereld gevuld zal zijn, en geen van de machten op aarde kan het stoppen (zie Daniël 2:34-35, 44).
     Ondanks dat vele koningen en machten hebben geprobeerd Christus te vernietigen – gesymboliseerd door de Rots (zie 1 Corinthiërs 10:4),  en oorlog hebben gevoerd tegen het koninkrijk van Christus’ rechtvaardige volgelingen, zijn die er niet in volledig geslaagd en zullen dat ook nooit doen. Christus en Zijn koninkrijk zullen oppermachtig regeren, Zijn glorie en waarheid zullen de aarde vullen en bedekken zoals het water de zee vult (zie Habakuk 2:14). En alle goddeloze naties van de aarde zullen worden vermalen tot stof als Christus, de Steen, weer terugkomt in de wolken van de hemel.


NOG TIJD VOOR ROTS-VASTIGHEID

     Vriend, wil jij vandaag tot Christus komen, staan op deze machtige Rots, gebroken in het hart, berouw tonen van al je zonden en weer opstaan en een nieuw leven lijden met, na trouw te zijn tot het einde kans te maken op het eeuwige leven? Of kies je ervoor trots en onboetvaardig te blijven, vasthoudend aan je zonden tot het voor eeuwig te laat is, en deze Rots over jou valt en je vermaalt tot stof, zonder kans op het eeuwige leven? Beste lezer, wilt u geslagen worden door deze machtige Rots en verloren gaan? Of wilt u onderdak vinden en geborgen worden door deze Rots en gered worden? De keuze is aan u.
     “Hoor toch, o God, mijn smeking, sla acht op mijn gebed. Van het einde van het land roep ik tot U, omdat mijn hart bezwijkt; leid mij op een rots die mij te hoog zou zijn. Want Gij zijt mij een schuilplaats geweest, een sterke toren tegen de vijand.” Psalm 61:1-3.

     “Ga in de rotskloven en verberg u in de grond voor de verschrikking des HEREN en voor de luister zijner majesteit.”Jesaja 2:10.

     “Bij U, o HERE, schuil ik; laat mij nimmer beschaamd worden. Red mij en bevrijd mij door uw gerechtigheid; neig uw oor tot mij en verlos mij. Wees mij tot een rots ter woning, waarheen ik bestendig kan gaan, die Gij beschikt hebt tot mijn redding, want mijn rots en mijn vesting zijt Gij.” Psalm 71:1-3.

     “Alles wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.”Johannes 6:37.